Darya Safai vecht tegen schaduwen: Belgische moslims opnieuw in het vizier
Van een gevangeniscel in Teheran tot een zitje in het Vlaams Parlement: het parcours van Darya Safai verdient respect. Maar ergens onderweg lijkt ze het verschil uit het oog te zijn verloren tussen het bekampen van onderdrukking en het besmeuren van een hele gemeenschap. Haar recente uitlatingen over moslims in België doen eerder denken aan een kruistocht dan aan engagement voor vrijheid.
In een interview met “Face à Buxant” trok mevrouw Safai opnieuw ten strijde. De gebruikelijke wapens werden boven gehaald , hoofddoek = onderdrukking, praktiserende moslim = potentiële infiltrant, en uiteraard Moslimbroederschap = overal aanwezig. Het klinkt als een slechte Netflix-thriller, maar dan zonder budget en nuance.
De hoofddoek: een spiegel die alleen haar eigen beeld weerspiegelt
“De hoofddoek is geen keuze, het is een symbool van onderdrukking”, beweert Safai. Een bewering die even paternalistisch als simplistisch is. In België – in tegenstelling tot Iran – kiezen vrouwen zelf wat ze dragen. Dat heet vrijheid van godsdienst en meningsuiting. Maar blijkbaar geldt dat recht enkel als het past binnen haar seculiere ideaalbeeld.
Als een vrouw in België vrijwillig een hoofddoek draagt, is dat haar keuze. Geen ayatollah, geen regime, gewoon persoonlijke overtuiging. Maar Safai’s feminisme lijkt vooral gebaseerd op: “Je bent pas vrij als je het met mij eens bent.” Een vreemde vorm van bevrijding, waarbij de vrijgemaakte vrouw vooral moet zwijgen… tenzij ze ongesluierd is.
De eeuwige spoken van de Moslimbroeders
En alsof dat nog niet genoeg is, duikt ook het oude spook van de Moslimbroeders weer op. Volgens Safai zijn ze “overal geïnfiltreerd”, in de politiek, het middenveld, de gemeentelijke overheden, waarschijnlijk zelfs in de koffieautomaat van het parlement.
Feitelijk bewijs? Geen. Officiële rapporten? Nul. Maar het frame staat , een religieuze minderheid als permanente verdachte. Democratische betrokkenheid wordt verdacht gemaakt, sociaal engagement weggezet als infiltratie. Orwell zou er zijn hoed voor afnemen.
Vrijheid à la carte
Wat bij Safai vooral opvalt, is het selectieve karakter van haar vrijheidsideaal. Voor sommige burgers geldt vrijheid pas als ze hun geloof en hun identiteit aan de kapstok hangen. Wie zich niet conformeert aan haar normen, wordt gezien als een bedreiging voor “onze waarden”.
Maar de Belgische moslims vragen geen uitzonderingspositie. Ze vragen gewoon wat iedere burger mag verwachten: respect, gelijke rechten en het recht om zichzelf te zijn. Niet meer, maar zeker ook niet minder.
Uiteindelijk wil Darya Safai mensen bevrijden… zelfs als ze daar niet om vragen. Maar zoals een oude Vlaamse wijsheid luidt:
“Gij kunt niemand bevrijden door hem eerst te knechten.”
En al zeker niet door hen te herleiden tot karikaturen, vermoedens en angstbeelden. De moslims van België zijn geen bedreiging – ze zijn buren, collega’s, artsen, leerkrachten, en ja, ook kiezers. Misschien is het tijd om hen als zodanig te behandelen.